Geschiedenis

Het ontstaan van Stichting Renesse

Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr W-1051

De aanleiding

Na de Tweede Wereldoorlog bleef het Westelijk deel van Schouwen-Duiveland, beter bekend als ‘De Westhoek’ desolaat achter. De summier aanwezige hotels en recreatiewoningen waren gesloopt en in de duinen waren bunkers gebouwd. De stranden lagen bezaaid met landmijnen en de begroeiing van de duinen was grotendeels verdwenen.

De slechte bereikbaarheid van het eiland maakte het ongeschikt voor de vestiging van industrie en in de landbouw namen arbeidsplaatsen af door toenemende mechanisatie. Voor de economische ontwikkeling van het gebied werd toerisme van groot belang geacht.

Levensgevaarlijke stranden

De stranden van de Westhoek lagen na de oorlog bezaaid met projectielen en landmijnen.

Foto: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr A-11484

Geschiedenis 1946 – 1959

Hoe het begon

1946

Uitbreidingsplannen

Toeristen waren meer dan welkom, maar er was een gebrek aan accommodatie. In 1946 werd er in opdracht van de gemeenten van De Westhoek begonnen met het maken van uitbreidingsplannen en het aanwijzen van 3 terreinen voor het plaatsen van zomerhuisjes. Eén terrein genaamd ‘De Kure’ lag in Burgh vlakbij de duinovergang. Een ander terrein lag in Nieuw-Haamstede aan de Torenweg. Het derde terrein lag tussen De Oude Moolweg, De Duinweg, De Scholderlaan en de Bremweg in Renesse.

Foto: Zeeuws Archief, Fotoarchief J. Torbijn, Goes, nr WSW-P-17

1953

Oprichting van Stichting Renesse

Om het bouwen van zomerhuizen, aanleggen van infrastructuur en de beplanting van het gebied binnen de uitbreidingsplannen in goede banen te leiden werd Stichting Renesse opgericht door de gemeente Renesse. De insteek is idealistisch; het doel is om de invloed van projectontwikkelaars te beperken en het natuurlijk karakter van De Westhoek te behouden.

Foto: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr X-5005

1953

De Watersnoodramp

De Watersnoodramp van 1953 zorgde ervoor dat veel bewoners van de ondergelopen gebieden hun toevlucht zochten in De Westhoek, een hoger gelegen gebied dat grotendeels gespaard bleef. Om de evacués te huisvesten werd hulp geboden uit Oostenrijk, in de vorm van houten woningen die als bouwpakket geleverd konden worden. Ze waren niet bedoeld voor permanente bewoning en zouden na het vertrek van de evacués dienst kunnen doen als zomerhuisjes. Het lag dus voor de hand om de huisjes te plaatsen op de drie terreinen die al eerder aangewezen waren voor het plaatsen van zomerhuisjes.

Foto: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr WA-0189